Aart-Jan Smit, Business Development Manager Food & Pharma, schetst waar Bilfinger Tebodin zich mee bezig houdt. “Wij zijn vooral gefocust op de Sustainable Development Goals. We kunnen een scan doen bij voedingsmiddelenbedrijven om te zien waar ze staan op dat gebied, een nulmeting dus. Op basis van die meting maken we een zogenaamde ‘roadmap’ om ze op weg te helpen naar net-zero.”
Bilfinger Tebodin staat vele klanten bij met zijn advies en uitvoering. De tijd begint te dringen, maar er is nog voldoende gelegenheid om de CO2-doelen voor 2030 te behalen. Want in dat jaar moeten bedrijven 55% minder CO2 moetenuitstoten. “Het lijkt heel ver weg, maar als je echt goed wilt verduurzamen moet je lang voor die datum beginnen. Het jaar 2030 staat om de hoek, maar de noodzaak tot verduurzaming en het behalen van de bijbehorende doelen is nog niet overal doorgedrongen. Ik zou willen oproepen tot meer urgentie en schakel daarbij gerust hulp van buitenaf voor in want er komt veel meer bij kijken dan je denkt. Het is meer dan alleen het plaatsen van zonnepanelen en een warmtepomp. Je pakt duurzaamheid er niet zomaar even bij naast je productie.”
Dat uitstelgedrag is geen onwil, zo denkt Smit. “Het is meer dat bedrijven denken dat ze het wel kunnen doen in twee jaar. Maar zo werkt het niet.” Michiel Geurds, consultant industrial sustainability, voegt daaraan toe: “Het onderwerp staat nog niet overal hoog genoeg op de agenda. Je ziet bijvoorbeeld bij voedingsmiddelenbedrijven veel vacatures in de productie, waarmee er geen tijd over is om verduurzaming erbij te pakken. Dat is uiteraard op korte termijn begrijpelijk, maar het zegt ook iets.”
Uitdagingen
Geurds en Smit hameren op de korte tijd die er nog maar is tot 2030. “Het is zaak om nu te beginnen. Gelukkig zien we dat bij een aantal klanten ook gebeuren. Ze maken een plan en gaan daar ook daadwerkelijk mee aan de slag.”
Geurds trekt de kar bij het project waarbij een internationale brouwer zijn verschillende sites gaat verduurzamen. Daar staan hem verschillende uitdagingen te wachten. Zo moeten alle verduurzamingsmaatregelen worden ingepast in een producerende fabriek. De down-time moet dus tot een minimum worden beperkt, want een stilgelegde fabriek levert geen omzet op. Om dat te bereiken is een lange aanloopfase nodig met veel overleg en gepuzzel. “Tijdig starten is dus een noodzaak. Anders kom je er te laat achter dat je niet de juiste vergunningen hebt, het juiste personeel mist of niet beschikt over de juiste apparatuur of stroomcapaciteit. Maar ook ruimtegebrek in een bestaande faciliteit is een uitdaging.”
Een andere hobbel die Geurds wel eens moet nemen is de beschikbaarheid van data. “Bij sommige klanten houdt men heel veel bij en genereert men al hele bruikbare productierapportages, bij andere moeten we echt bij nul beginnen en bij weer andere klanten is er zeker bruikbare data, maar wordt die nog niet goed benut. Het proces duurt dan langer, maar moet klanten zeker niet belemmeren om ermee aan de slag te gaan.”
Relatie opbouwen
Bilfinger Tebodin gaat bij het helpen van zijn klanten systematisch en met open vizier te werk. “We beginnen met de nulmeting en vervolgens stellen we een stappenplan op”, legt Geurds uit. We leren het bedrijf van binnen en van buiten kennen zodat we precies weten hoe alles werkt en op elkaar inhaakt. Uiteindelijk komen we dan tot een set maatregelen die ingevoerd moeten worden om de ambities van de klant te realiseren.” In het geval van de brouwer is dat CO2-neutraliteit voor alle sites. “Behalve een goede samenwerking speelt er in dit geval nog het extra aspect dat het locaties in verschillende landen betreft. Je hebt dus met meerdere culturen te maken en je moet overal een persoonlijke relatie opbouwen. Bovendien zijn het sites die allemaal net iets anders werken qua productie. Het is dus overal maatwerk.”
Drie stappen
Het plan van aanpak voor Bilfinger Tebodin is de drietrapsraket; besparen, optimaliseren en transitiemaatregelen. “Besparen is bij bedrijven vaak een ondergeschoven kindje”, zegt Geurds. “Onterecht, want juist met deze vrij simpele maatregelen is veel winst te behalen. Isoleren bijvoorbeeld kun je snel en eenvoudig doorvoeren zonder een ingewikkeld engineering-traject.” Wat betreft optimalisatie denkt Geurds vooral aan procesoptimalisatie zoals temperatuur- en drukverlaging van stoom. “Maar denk ook aan maatregelen om het energieverbruik te verminderen zoals elektrische motoren of duurzame opwek. Met al die zaken kun je snel beginnen.”
Ingewikkelder wordt het als je naar de warmteoptimalisatie kijkt. “Daar komt restwarmte, een warmwaternetwerk en warmtepomp bij kijken, wat het iets moelijker maakt maar wel kan zorgen voor tientallen procenten aan besparing van CO2-emissie. En het is een maatregel die gezien de huidige energieprijzen economisch rendabel is.” Ook transitiemaatregelen kunnen site-specifiek bekeken worden. “Een e-boiler wordt veel ingezet, maar is niet voor alle sites geschikt. Bovendien is stroom nog altijd duurder dan gas. Als bedrijf kun je ook je eigen reststromen inzetten om verder te verduurzamen, zoals afvalwater waar je biogas uit kunt halen of het inzetten van andere reststromen om energie uit te halen.”
Bij de internationale brouwer waar Geurds mee bezig is, wordt het hele pallet uit de drie oplossingsrichtingen toegepast. “Niet alle productieprocessen zijn geschikt om op warm water zetten. We zoeken dus ook andere oplossingen zoals een e-boiler en gebruik van reststromen.” Smit vult nog aan dat er vooral in de implementatiefase partnerships nodig zijn. “Help elkaar waar het kan, zo komen we samen verder. En zoek elkaar op tijd op.”
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Bilfinger Tebodin.Meer over Bilfinger Tebodin op VMT vind je hier.