Toch is het bewustzijn over het verbeterpotentieel groot. Maar hoewel veel organisaties actie ondernemen, ontbreekt het vaak nog aan een gestructureerde en datagedreven aanpak. DNV is een wereldwijd opererende certificatie-instelling. Jacco Blenk is sinds 2023 lead auditor food bij DNV Nederland. Hij voert jaarlijks tientallen audits uit op basis van internationale normen zoals FSSC 22000 en ISO 22000.
Globale inzichten, Nederlandse nuance
Het DNV ViewPoint-onderzoek van april 2025 laat zien dat wereldwijd slechts 24% van de organisaties voedselverlies en -verspilling hoog op de agenda heeft staan. Toch onderneemt 85% wel enige actie. Blenk plaatst daar een kanttekening bij: “Dit is een internationaal onderzoek; we moeten niet vergeten dat Nederland ver vooroploopt. Mijn indruk is dat we het in Nederland eigenlijk best goed doen als het gaat om voedselverspilling.”
In versie 6 van de FSSC 22000-norm is voedselverspilling expliciet opgenomen. Blenk: “Organisaties moeten er iets mee. Veel ondernemingen die ik audit, zeggen ‘Maar dit deden we eigenlijk al’. Als het al gebeurt, moet je dat ook zichtbaar maken. Mijn tip? Breng het eerst gewoon eens goed in kaart.”
Inzicht als vertrekpunt

Volgens Blenk ontbreekt het organisaties soms niet aan actie, maar aan structuur. “Veel ondernemingen hebben al maatregelen genomen, vaak vanuit financiële overwegingen. Want voedsel weggooien is gewoon zonde van het geld.” Zijn advies is helder: “Begin met meten. Wat verspillen we precies? Waar gebeurt dat? En kunnen we daar nog iets mee?”
Een goed voorbeeld komt uit de praktijk: “Ik ben bij een organisatie geweest dat een geautomatiseerd systeem heeft ingericht om producten met een naderende houdbaarheidsdatum vroegtijdig uit de voorraad te halen. Die producten worden dan versneld als aanbieding verkocht. Zo voorkom je verspilling én verlies je geen waarde.”
Naast verkoopacties noemt Blenk ook andere oplossingen die hij tegenkomt, zoals het beschikbaar stellen van producten aan personeel. “Bij een onderneming waar ik kwam, mochten medewerkers producten met een korte THT meenemen naar huis. Dat is sociaal én duurzaam.”
Verduurzamen ja, maar wel met een verdienmodel
Hoewel duurzaamheid in toenemende mate meespeelt, blijft de financiële drijfveer voor het verminderen van voedselverspilling dominant. “Veel organisaties zijn bezig met hun CO₂-voetafdruk. Zonnepanelen, energiereductie, minder verspilling, maar vaak komt de prikkel toch vanuit de kostenkant”, aldus Blenk. “Het is niet altijd duidelijk of duurzaamheid het doel is, of gewoon een mooi bijeffect.”
Toch ziet hij ook hier vooruitgang: “In de afgelopen jaren zijn voorspellende systemen steeds gebruikelijker geworden. Denk aan AI die inkoop en productie beter op elkaar afstemt. Minder overproductie betekent minder verspilling en dus een betere marge.”
Wat gebeurt er met verspild voedsel?
Het grootste deel van de producten dat tegen de houdbaarheid aan dreigt te lopen gaat volgens Blenk via een versnelde stroom middels aanbiedingen naar de consument. “Met uiteraard de nuance dat ik natuurlijk slechts de ondernemingen zie waar ik over de vloer kom”, voegt Blenk toe.

Blenk ziet verder in de praktijk vooral voedselbanken, diervoeder of vergisting als eindbestemming. “Re-work, dus herverwerking van producten, zie ik nagenoeg niet meer. De eisen aan voedselveiligheid en tracking en tracing zijn inmiddels zo streng dat dat niet zomaar meer kan.”
Begin bij meten
De uitdaging zit ’m nu dus vooral in het inzichtelijk maken: waar zit nog verlies, wat gebeurt daarmee en hoe rapporteer je dat?” De oproep van Blenk aan organisaties is helder: maak verspilling meetbaar. “Stel vast hoeveel er wordt verspild en op welke plekken in het proces. Pas dan kun je onderbouwde keuzes maken. Dat hoeft niet complex te zijn, maar je moet het wél doen.”
Volgens het internationale rapport heeft slechts 44% van de ondervraagde organisaties een formeel systeem voor het monitoren van verspilling. “In Nederland zijn we daar verder mee”, zegt Blenk. “Maar het blijft belangrijk om het proces gestructureerd aan te pakken. Begin klein, formuleer een doelstelling als: ‘we brengen dit jaar onze voedselverspilling volledig in kaart.’ Daar begint het mee.”
De boodschap die Blenk als lead auditor wil meegeven is duidelijk: “Voedselverspilling tegengaan is een rijdende trein. Als je er nog niet op zit, wordt het tijd om op te stappen. Kijk eens goed om je heen, maar ook in de spiegel. Wat kun je nog verbeteren?
Dit artikel is gesponsord door DNV.