Resource vroeg verschillende medewerkers en studenten of de komst van het R&D-centrum van Unilever in 2019 het onderzoek aan de universiteit stimuleert. Of dat juist het imago van Wageningen UR te grabbel wordt gegooid. Immers, ook FrieslandCampina vestigde zich enige tijd geleden op Wageningen Campus.

Cees Leeuwis, hoogleraar Communicatie- en Innovatiestudies, denkt dat de komst van Unilever zeker de interactie bevordert tussen wetenschap en bedrijfsleven, maar hij signaleert wel degelijk ook gevaren. Hij ziet ook graag kortere lijntjes tussen Wageningen UR en maatschappelijke organisaties en overheden.

Maatschappelijke organisaties

“De huidige situatie is veel te eenzijdig en een risico voor het imago van de universiteit. Door vooral private belangen uit te nodigen om zich op de campus te vestigen wekken we de indruk dat we vooral onderzoeksvragen willen beantwoorden die vanuit die optiek belangrijk zijn.”

Leeuwis vindt dat minder draagkrachtige organisaties zoals actiegroepen ook meer mogelijkheden krijgen zich in Wageningen te vestigen. “Ik pleit dan ook voor een internationaal geprofileerde wetenschapswinkel met een behoorlijk budget.”

Hoogleraar Biochemie Sacco de Vries ziet niet direct problemen. Als de samenwerking tussen bedrijfsleven en Wageningen UR goed wordt geregeld schaadt dat de onafhankelijkheid van de universiteit niet.

FrieslandCampina

“Het enige nadeel dat ik zie, is dat de komst van Unilever op de campus het imago van Wageningen UR bij niet-ingewijden kan schaden. Als je Wageningen zie je gelijk de gevels van FrieslandCampina en straks Unilever.” Maar De Vries acht het logisch dat het R&D-lab in Wageningen komt. Hier zijn immers veel hoogopgeleiden op het gebied van voeding te vinden.

Van onderzoek naar markt

Samenwerking tussen bedrijfsleven en universiteit verkort de weg van wetenschappelijk onderzoek naar de markt. Kortom, bedrijven en de Wageningen UR versterken elkaar, vinden studenten Nine de Pater, die een master Environmental Sciences volgt en den masterstudent biologie Stijn de Vries.

Maar beiden blijven ook kritisch. De Pater pleit bijvoorbeeld voor een grotere aanwezigheid van andere sectoren zoal s ngo’s op de campus. Want de balans raakt een beetje zoek “op het moment dat er een bedrijventerrein ontstaat met daartussen wat universiteitsgebouwen.”

Stijn de Vries signaleert dat door samenwerking tussen universiteit en bedrijfsleven, er op termijn wellicht minder ruimte overblijft voor fundamenteel onderzoek.

Belangen voedingsindustrie

Onderzoekster Maria Barbosa vindt de nabijheid van Unilever in 2019 geen probleem. Integendeel, hierdoor ontstaat juist meer strategische samenwerking tussen WUR-onderzoekers en Unilever op lange termijn. Eventuele belangenverstrengeling ontstaat juist omdat subsidiegevers steeds meer samenwerking eisen met de voedingsindustrie.

“Door subsidiegeld naar de topsectoren te sluizen, worden overheidssubsidies gebruikt voor de belangen van de voedingsindustrie. Daarentegen is er minder geld voor fundamenteel onderzoek.”