Wereldmelkdag werd in 2001 in het leven geroepen door de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO). In Afrika speelt gezonde melk een belangrijke rol in de strijd tegen honger en armoede. Meer dan een miljard mensen in ontwikkelingslanden leeft van de veeteelt. De dieren zorgen voor melk, maar ook voor inkomsten en mest.

Minder dan 1 liter melk per dag

Terwijl een Belgische koe gemiddeld 25 tot 35 liter melk per dag produceert, geeft een Afrikaanse koe in het beste geval 2 tot 3 liter. Vaak produceren ze zelfs minder dan één liter, vooral in het droogseizoen. Dit komt door een tekort aan water, grasland, voer en dierengezondheidszorg op het platteland. Alleen al door hun voeding en gezondheid te verbeteren, kunnen de koeien dus drie keer meer melk produceren.

Consumenten kopen melkpoeder

Zo hebben de boeren meer melk voor eigen consumptie en kunnen ze een deel verkopen. Maar de lokale melk geraakt moeizaam tot bij de consument in de steden. Er gaat veel melk verloren door slechte hygiëne tijdens het melken, gebrek aan koeling bij het transporteren van de melk, slechte wegen en weinig investeringen in lokale bedrijfjes die de melk bewaren en verwerken. Consumenten nemen daarom hun toevlucht tot melkpoeder. Bovendien kunnen lokale familiale boeren nauwelijks concurreren met de lage prijzen van geïmporteerd melkpoeder uit Westerse landen.

Oproep om meer te investeren in Afrikaanse melkproductie

Door de gezondheid van de kuddes te verbeteren en de lokale melkketen te ondersteunen in Afrika, strijdt Dierenartsen Zonder Grenzen tegen honger en armoede. Ondanks de belangrijke rol van veeteelt voor armoedebestrijding, gaat wereldwijd minder dan 1% van het officiële budget voor ontwikkelingssamenwerking naar de veeteelt.